Zoek woord building constructor heeft 4 resultaten
Ga naar
EN Engels NL Nederlands
building constructor (n) [construction - man] aannemer (n) {m} [construction - man]
building constructor (n) [construction - man] bouwer (n) {m} [construction - man]
building constructor (n) [construction - woman] aanneemster (n) {f} [construction - woman]
building constructor (n) [construction - woman] bouwster (n) {f} [construction - woman]

EN NL Vertalingen voor building

building aanbouw {m}
building bouwen {n}
building (n) [act or process of building] bouwen (n) {n} [act or process of building]
building (n) [activity] bouwen (n) {n} [activity]
building (n) [act or process of building] bouw (n) {m} [act or process of building]
building (n) [activity] bouw (n) {m} [activity]
building (n) [general] gebouw (n) {n} [general]
building (n) [activity] constructie (n) {f} [activity]
building (n) [general] constructie (n) {f} [general]
building bouw {m}

EN NL Vertalingen voor constructor

constructor (n) [man] maker (n) {m} [man]
constructor (n) [woman] maakster (n) {f} [woman]
constructor (n) [man] bouwer (n) {m} [man]
constructor (n) [woman] bouwster (n) {f} [woman]