Be a hit vertaling - Nederlands Engels vertaling voor Be a hit

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Engels / B / Be a hit

Zoek woord Be a hit heeft 2 resultaten

Ga naar

EN	Engels	NL	Nederlands
	Be a hit		Furore maken
	Be a hit		In trek zijn

EN NL Vertalingen voor be

	be (v) [place]		zich bevinden (v) [place]
	be been are are were were		liggen gelegen ligt liggen lagen lag
	be been are are were were		zijn {n} geweest zijn bent waren was
	be (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] been are are were were		zijn (v) {n} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] geweest zijn bent waren was
	be (v) [general] been are are were were		zijn (v) {n} [general] geweest zijn bent waren was
	be (v) [philosophy] been are are were were		zijn (v) {n} [philosophy] geweest zijn bent waren was
	be (v) [place] been are are were were		zijn (v) {n} [place] geweest zijn bent waren was
	be (v) [philosophy] been are are were were		bestaan (v) {n} [philosophy] bestaan bestaan bestaat bestond bestonden
	be been are are were were		zitten gezeten zitten zit zat zaten
	be been are are were were		plaatsvinden plaatsgevonden vinden plaats vonden plaats

EN NL Vertalingen voor a

	a (a) [indefinite determiner]		enig (a) [indefinite determiner]
	a		te
	a		in
	a		binnen
	a (o) [indefinite article]		een (o) {m} [indefinite article]
	a (a) [indefinite determiner]		een (a) {m} [indefinite determiner]
	a (a) [indefinite determiner]		een of ander (a) [indefinite determiner]
	a		per

EN NL Vertalingen voor hit

	hit (v) [gun] hit hit hit hit hit		schieten (v) {n} [gun] geschoten schiet schieten schoot schoten
	hit hit hit hit hit hit		klappen {n} geklapt klappen klapt klapte klapten
	hit (v) [gun] hit hit hit hit hit		raken (v) [gun] geraakt raken raakt raakten raakte
	hit (v) [objects] hit hit hit hit hit		raken (v) [objects] geraakt raken raakt raakten raakte
	hit (v) [gun] hit hit hit hit hit		treffen (v) {n} [gun] getroffen treffen treft troffen trof
	hit (v) [objects] hit hit hit hit hit		treffen (v) {n} [objects] getroffen treffen treft troffen trof
	hit (v) [person] hit hit hit hit hit		meppen (v) [person] gemept meppen mept mepten mepte
	hit (n) [weapon]		slag (n) {m} [weapon]
	hit hit hit hit hit hit		houwen gehouwen houwen houwt hieuwen hieuw
	hit hit hit hit hit hit		kloppen {n} geklopt kloppen klopt klopten klopte