Zoek woord zich de keel uithangen heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zich de keel uithangen (v) [interesseren] es satt haben (v) [interesseren]
zich de keel uithangen (v) [interesseren] es müde sein (v) [interesseren]
zich de keel uithangen (v) [interesseren] genug haben (v) [interesseren]

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor keel

keel (n adj) [red ''(adj.)''] {m} rot (n adj) [red ''(adj.)'']
keel (n) [anatomie] {m} Hals (n) {m} [anatomie]
keel (n) [anatomie] {m} Kehle (n) {f} [anatomie]
keel (n) [front part of the neck] {m} Kehle (n) {f} [front part of the neck]
keel (n) [gullet or windpipe] {m} Kehle (n) {f} [gullet or windpipe]
keel (n) {m} Rachen (n) (m)
keel (n) [gullet or windpipe] {m} Rachen (n) [gullet or windpipe] (m)
keel (n adj) [red colour ''(noun)''] {m} Rot (n adj) {n} [red colour ''(noun)'']

NL DE Vertalingen voor uithangen

uithangen (v) [schijn] spielen (v) [schijn]
uithangen (v) [schijn] sich ausgeben für (v) [schijn]