Zoek woord verursachen heeft 42 resultaten
DE Duits NL Nederlands
verursachen [zuwegebringen] voortbrengen [zuwegebringen]
verursachen (v) [heranbringen] teweegbrengen (v) [heranbringen]
verursachen [zuwegebringen] teweegbrengen [zuwegebringen]
verursachen (v) [zuwegebringen] teweegbrengen (v) [zuwegebringen]
verursachen [Aufstand] aanstichten [Aufstand]
DE Duits NL Nederlands
verursachen (v) [Aufstand] aanstichten (v) [Aufstand]
verursachen [Katastrophe] aanstichten [Katastrophe]
verursachen (v) [Katastrophe] aanstichten (v) [Katastrophe]
verursachen (n v) [to imply or require] verlangen (n v) {n} [to imply or require]
verursachen [heranbringen] leiden tot [heranbringen]
verursachen (v) [heranbringen] leiden tot (v) [heranbringen]
verursachen [heranbringen] teweegbrengen [heranbringen]
verursachen (v) [zuwegebringen] voortbrengen (v) [zuwegebringen]
verursachen [zuwegebringen] met zich meebrengen [zuwegebringen]
verursachen (v) [zuwegebringen] met zich meebrengen (v) [zuwegebringen]
verursachen [zuwegebringen] bewerkstelligen [zuwegebringen]
verursachen (v) [zuwegebringen] bewerkstelligen (v) [zuwegebringen]
verursachen [Schwierigkeiten] berokkenen [Schwierigkeiten]
verursachen (v) [Schwierigkeiten] berokkenen (v) [Schwierigkeiten]
verursachen [allgemein] berokkenen [allgemein]
verursachen (v) [allgemein] berokkenen (v) [allgemein]
verursachen (v) [allgemein] veroorzaken (v) [allgemein]
verursachen (v) [Schaden] aanrichten (v) [Schaden]
verursachen [Aufstand] veroorzaken [Aufstand]
verursachen (v) [Aufstand] veroorzaken (v) [Aufstand]
verursachen [Katastrophe] veroorzaken [Katastrophe]
verursachen (v) [Katastrophe] veroorzaken (v) [Katastrophe]
verursachen [Schaden] veroorzaken [Schaden]
verursachen (v) [Schaden] veroorzaken (v) [Schaden]
verursachen [Schwierigkeiten] veroorzaken [Schwierigkeiten]
verursachen (v) [Schwierigkeiten] veroorzaken (v) [Schwierigkeiten]
verursachen [allgemein] veroorzaken [allgemein]
verursachen [Schaden] aanrichten [Schaden]
verursachen [heranbringen] veroorzaken [heranbringen]
verursachen (v) [heranbringen] veroorzaken (v) [heranbringen]
verursachen (n v) [to set off an event or action] veroorzaken (n v) [to set off an event or action]
verursachen [zuwegebringen] veroorzaken [zuwegebringen]
verursachen (v) [zuwegebringen] veroorzaken (v) [zuwegebringen]
verursachen [Aufstand] teweegbrengen [Aufstand]
verursachen (v) [Aufstand] teweegbrengen (v) [Aufstand]
verursachen [Katastrophe] teweegbrengen [Katastrophe]
verursachen (v) [Katastrophe] teweegbrengen (v) [Katastrophe]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor verursachen NL Vertalingen
richten [tischfertig machen] richten {n}
decken [tischfertig machen] dekken
vorbereiten [tischfertig machen] voorbereiden
ansetzen [tischfertig machen] daarop volgen (v)
anrichten [tischfertig machen] veroorzaken
zubereiten [tischfertig machen] prepareren
herrichten [tischfertig machen] repareren {n}
auftischen [tischfertig machen] het eten opdienen
fertig machen [tischfertig machen] de laatste hand leggen aan
erzeugen [auslösen] voortbrengen
starten [auslösen] aanvangen
bewirken [auslösen] bevorderen
hervorrufen [auslösen] bewerkstelligen
herbeiführen [auslösen] leiden tot
bedingen [auslösen] verlangen {n}
verüben [auslösen] bedrijven
inszenieren [auslösen] opzetten
entfachen [auslösen] ontketenen
säen [auslösen] zaaien {n}
entfesseln [auslösen] vrijlaten