| verslechteren (v) [bedrijf] | | sich verschlechtern (v) [bedrijf] | |
| verslechteren (v) [to make worse] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | erbittern (v) [to make worse] - erbittert
- erbitterst
- erbittern
- erbittertest
- erbitterten
- erbitt(e)re
| |
| verslechteren (v) [persoon] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | herunterkommen (v) [persoon] - heruntergekommen
- kommst herunter
- kommen herunter
- kamst herunter
- kamen herunter
- komm(e) herunter
| |
| verslechteren (v) [persoon] | | bergabwärts gehen (v) [persoon] | |
| verslechteren (v) [bedrijf] | | bergabwärts gehen (v) [bedrijf] | |
| verslechteren (v) [slechter worden] | | bergab gehen (v) [slechter worden] | |
| verslechteren (v) [verergeren] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlimmern (v) [verergeren] - verschlimmert
- verschlimmern
- verschlimmerst
- verschlimmerten
- verschlimmertest
- verschlimm(e)re
| |
| verslechteren (v) [to make worse] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlimmern (v) [to make worse] - verschlimmert
- verschlimmern
- verschlimmerst
- verschlimmerten
- verschlimmertest
- verschlimm(e)re
| |
| verslechteren (v) [to make worse] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschärfen (v) [to make worse] - verschärft
- verschärfen
- verschärfst
- verschärftest
- verschärften
- verschärf(e)
| |
| verslechteren (v) [bedrijf] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | zurückgehen (v) [bedrijf] - zurückgegangen
- gehst zurück
- gehen zurück
- gingen zurück
- gingst zurück
- geh(e) zurück
| |
| verslechteren (v) [verergeren] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlechtern (v) [verergeren] - verschlechtert
- verschlechtern
- verschlechterst
- verschlechterten
- verschlechtertest
- verschlecht(e)re
| |
| verslechteren (v) [slechter worden] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlechtern (v) [slechter worden] - verschlechtert
- verschlechtern
- verschlechterst
- verschlechterten
- verschlechtertest
- verschlecht(e)re
| |
| verslechteren (v) [make worse] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlechtern (v) [make worse] - verschlechtert
- verschlechtern
- verschlechterst
- verschlechterten
- verschlechtertest
- verschlecht(e)re
| |
| verslechteren (v) [grow worse] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verschlechtern (v) [grow worse] - verschlechtert
- verschlechtern
- verschlechterst
- verschlechterten
- verschlechtertest
- verschlecht(e)re
| |
| verslechteren (v) [slechter worden] - verslechterd
- verslechtert
- verslechteren
- verslechterde
- verslechterden
| | verfallen (v) [slechter worden] - verfallen
- verfallen
- verfällst
- verfielen
- verfielst
- verfall(e)
| |