Zoek woord unbesonnen heeft 48 resultaten
DE Duits NL Nederlands
unbesonnen [Benehmen] leeghoofdig [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] ondoordacht (a) [Benehmen]
unbesonnen [allgemein] ondoordacht [allgemein]
unbesonnen (o) [allgemein] ondoordacht (o) [allgemein]
unbesonnen [Benehmen] onnadenkend [Benehmen]
DE Duits NL Nederlands
unbesonnen (a) [Benehmen] onnadenkend (a) [Benehmen]
unbesonnen [allgemein] onnadenkend [allgemein]
unbesonnen (o) [allgemein] onnadenkend (o) [allgemein]
unbesonnen [allgemein] zonder na te denken [allgemein]
unbesonnen (o) [allgemein] zonder na te denken (o) [allgemein]
unbesonnen [allgemein] klakkeloos [allgemein]
unbesonnen (o) [allgemein] klakkeloos (o) [allgemein]
unbesonnen [Benehmen] ondoordacht [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] leeghoofdig (a) [Benehmen]
unbesonnen [Benehmen] onoplettend [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] onoplettend (a) [Benehmen]
unbesonnen [Benehmen] onachtzaam [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] onachtzaam (a) [Benehmen]
unbesonnen [Argumentation] niet in de juiste verhoudingen [Argumentation]
unbesonnen (o) [Argumentation] niet in de juiste verhoudingen (o) [Argumentation]
unbesonnen [Benehmen] onverstandig [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] onverstandig (a) [Benehmen]
unbesonnen [Akt] onbedachtzaam [Akt]
unbesonnen (a) [Akt] onbedachtzaam (a) [Akt]
unbesonnen [allgemein] onbezonnen [allgemein]
unbesonnen (a) [Benehmen] onvoorzichtig (a) [Benehmen]
unbesonnen [Benehmen] dwaas {m} [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] dwaas (a) {m} [Benehmen]
unbesonnen [Benehmen] onnozel [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] onnozel (a) [Benehmen]
unbesonnen [Bemerkung] onbezonnen [Bemerkung]
unbesonnen (a) [Bemerkung] onbezonnen (a) [Bemerkung]
unbesonnen [Benehmen] onbezonnen [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] onbezonnen (a) [Benehmen]
unbesonnen [Person] onbezonnen [Person]
unbesonnen (a) [Person] onbezonnen (a) [Person]
unbesonnen [Benehmen] onvoorzichtig [Benehmen]
unbesonnen (a) [allgemein] onbezonnen (a) [allgemein]
unbesonnen [Bemerkung] achteloos [Bemerkung]
unbesonnen (a) [Bemerkung] achteloos (a) [Bemerkung]
unbesonnen [Benehmen] achteloos [Benehmen]
unbesonnen (a) [Benehmen] achteloos (a) [Benehmen]
unbesonnen [allgemein] onbesuisd [allgemein]
unbesonnen (a) [allgemein] onbesuisd (a) [allgemein]
unbesonnen [allgemein] blindelings [allgemein]
unbesonnen (o) [allgemein] blindelings (o) [allgemein]
unbesonnen [Akt] ondoordacht [Akt]
unbesonnen (a) [Akt] ondoordacht (a) [Akt]

Duits Nederlands vertalingen