Zoek woord uitflappen heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
uitflappen (v) [to speak suddenly and unadvisedly] ausquatschen (v) [to speak suddenly and unadvisedly] (sich)
uitflappen (v) [to speak suddenly and unadvisedly] herausplatzen (v) [to speak suddenly and unadvisedly]
uitflappen (v) [to speak suddenly and unadvisedly] ausplappern (v) [to speak suddenly and unadvisedly]