Zoek woord uit de mond van kinderen hoort men de waarheid heeft eén resultaat
Ga naar

NL DE Vertalingen voor uit

uit (o) [reden] wegen (o) [reden]
uit (o) [reden] durch (o) [reden]
uit (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] von (o) [plaats]
uit (prep) [with the origin, starting point or initial reference of or at] von (prep) [with the origin, starting point or initial reference of or at]
uit (prep) [with the source or provenance of or at] von (prep) [with the source or provenance of or at]
uit (n) aus (n)
uit (o) [oorsprong] aus (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] aus (o) [plaats]
uit (o) [reden] aus (o) [reden]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor mond

mond {m} Maul {n}
mond (n) {m} Mund (n) {m}
mond (n) [anatomie] {m} Mund (n) {m} [anatomie]
mond (n) [geweer] {m} Mündung (n) {f} [geweer]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor kinderen

kinderen (v) [To watch or tend someone else's child for a period of time, often for money] (v) babysitten (v) [To watch or tend someone else's child for a period of time, often for money]

NL DE Vertalingen voor hoort

hoort (o) [rechten] hört (o) [rechten]

NL DE Vertalingen voor men

men (o) [onbepaald persoonlijk vnw.] man (o) [onbepaald persoonlijk vnw.]
men (pronoun determiner) [one] man (pronoun determiner) [one]
men (o) [onpersoonlijk] man (o) [onpersoonlijk]
men (o) [persoonlijk vnw. - generisch onderwerp] man (o) [persoonlijk vnw. - generisch onderwerp]

NL DE Vertalingen voor waarheid

waarheid (n) [algemeen] {f} Richtigkeit (n) {f} [algemeen]
waarheid (n) {f} Wahrheit (n) {f}
waarheid (n) [algemeen] {f} Wahrheit (n) {f} [algemeen]
waarheid (n) [conformity to fact or reality] {f} Wahrheit (n) {f} [conformity to fact or reality]
waarheid (n) [something acknowledged to be true] {f} Wahrheit (n) {f} [something acknowledged to be true]
waarheid (n) [that which is real] {f} Wahrheit (n) {f} [that which is real]
waarheid (n) [true facts] {f} Wahrheit (n) {f} [true facts]
waarheid (n) [algemeen] {f} Wahrhaftigkeit (n) {f} [algemeen]