Zoek woord treffen heeft 40 resultaten
NL Nederlands DE Duits
treffen (v) [voorwerpen] {n} auftreffen (v) [voorwerpen]
treffen (v n) [unplanned meeting] {n} Begegnung (v n) [unplanned meeting] (f)
treffen (v) [ramp] {n} heimsuchen (v) [ramp]
treffen (v) [geest] {n} heimsuchen (v) [geest]
treffen (v n) [unplanned meeting] {n} Treffen (v n) [unplanned meeting] (n)
NL Nederlands DE Duits
treffen (n) {n} Treffen (n) (n)
treffen (n) [algemeen] {n} Zusammentreffen (n) {n} [algemeen]
treffen (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {n} Schlacht (n v) {f} [a battle; a fight; a struggle for victory]
treffen (v) [voorwerpen] {n} stoßen (v) [voorwerpen]
treffen (v n) [to hit] {n} schlagen (v n) [to hit]
treffen (v) [geweer] {n} anschießen (v) [geweer]
treffen (v) [aandacht] {n} auffallen (v) [aandacht]
treffen (v n) [meet (someone) or find (something) unexpectedly] {n} begegnen (v n) [meet (someone) or find (something) unexpectedly]
treffen (v n) [meet (someone) or find (something) unexpectedly] {n} treffen (v n) [meet (someone) or find (something) unexpectedly]
treffen (v) [geest] {n} treffen (v) [geest]
treffen (v) [aandacht] {n} treffen (v) [aandacht]
treffen (v) [gevoelens] {n} erschüttern (v) [gevoelens]
treffen (v) [gevoelens] {n} ergreifen (v) [gevoelens]
treffen (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {n} Kampf (n v) {m} [a battle; a fight; a struggle for victory]
treffen (v) [geweer] {n} schießen (v) [geweer]
DE Duits NL Nederlands
treffen [Sinn] teisteren [Sinn]
treffen (v) [Person] elkaar ontmoeten (v) [Person]
treffen (v) [Person] elkaar treffen (v) [Person]
treffen (v) [sich treffen] terug ontmoeten (v) [sich treffen]
treffen [sich treffen] terug ontmoeten [sich treffen]
treffen (v) [sich treffen] terugvinden (v) {n} [sich treffen]
treffen [sich treffen] terugvinden {n} [sich treffen]
treffen (n v) [intransitive: to earn points in a game] scoren (n v) [intransitive: to earn points in a game]
treffen ontmoeten
treffen (v) [Sinn] teisteren (v) [Sinn]
treffen [Aufmerksamkeit] treffen {n} [Aufmerksamkeit]
treffen (v) [Aufmerksamkeit] opvallen (v) [Aufmerksamkeit]
treffen [Aufmerksamkeit] opvallen [Aufmerksamkeit]
treffen (v) [Aufmerksamkeit] frapperen (v) [Aufmerksamkeit]
treffen [Aufmerksamkeit] frapperen [Aufmerksamkeit]
treffen (v) [Beratung] samenkomen (v) [Beratung]
treffen (v n) [meet (someone) or find (something) unexpectedly] treffen (v n) {n} [meet (someone) or find (something) unexpectedly]
treffen (v) [Sinn] treffen (v) {n} [Sinn]
treffen [Sinn] treffen {n} [Sinn]
treffen (v) [Aufmerksamkeit] treffen (v) {n} [Aufmerksamkeit]

Duits Nederlands vertalingen