streiten vertaling - Nederlands Duits vertaling voor streiten

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / S / streiten

Zoek woord streiten heeft 35 resultaten

DE	Duits	NL	Nederlands
	streiten (v) [aggressiv] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		bakkeleien (v) [aggressiv] gebakkeleid bakkeleit bakkeleien bakkeleiden bakkeleide
	streiten (v) [wütend] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		bakkeleien (v) [wütend] gebakkeleid bakkeleit bakkeleien bakkeleiden bakkeleide
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		harrewarren [Wörter] geharreward harrewarren harrewart harrewarde harrewarden
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		redetwisten (v) [Wörter] geredetwist redetwist redetwisten redetwistten redetwistte
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		harrewarren (v) [Wörter] geharreward harrewarren harrewart harrewarde harrewarden

DE	Duits	NL	Nederlands
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kissebissen [Wörter] gekissebist kissebissen kissebist kissebiste kissebisten
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kissebissen (v) [Wörter] gekissebist kissebissen kissebist kissebiste kissebisten
	streiten [allgemein] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		bekvechten [allgemein] gebekvecht bekvecht bekvechten bekvechtten bekvechtte
	streiten (v) [allgemein] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		bekvechten (v) [allgemein] gebekvecht bekvecht bekvechten bekvechtten bekvechtte
	streiten (v) [to contend] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		wedijveren (v) [to contend] gewedijverd wedijvert wedijveren wedijverde wedijverden
	streiten (v) [Meinung] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		botsen (v) [Meinung] gebotst botst botsen botste botsten
	streiten (v) [Meinung] (sich)		in botsing komen (v) [Meinung]
	streiten (v) [Meinung] (sich)		in conflict komen (v) [Meinung]
	streiten (v) [Meinung] (sich)		in konflikt komen (v) [Meinung]
	streiten (v) [Streit] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kijven (v) [Streit] gekeven kijft kijven keven keef
	streiten (v) [Streit] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		schelden (v) [Streit] gescholden scheldt schelden schold scholden
	streiten (v) [Streit] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kiften (v) [Streit] gekift kift kiften kiftte kiftten
	streiten (v) [Streit] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		krakelen (v) [Streit] gekrakeeld krakeelt krakelen krakeelden krakeelde
	streiten [Wörter] (sich)		ruzie maken [Wörter]
	streiten (v) [Person] (sich)		het oneens zijn (v) [Person]
	streiten (v) [Person] (sich)		niet akkoord gaan (v) [Person]
	streiten (v n) [to contend in physical conflict] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		vechten (v n) {n} [to contend in physical conflict] gevochten vecht vechten vochten vocht
	streiten (v n) [to contend in physical conflict] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		strijden (v n) [to contend in physical conflict] gestreden strijden strijdt streden streed
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		disputeren [Wörter] gedisputeerd disputeren disputeert disputeerden disputeerde
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		disputeren (v) [Wörter] gedisputeerd disputeren disputeert disputeerden disputeerde
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		ruziën {n} [Wörter] geruzied ruziet ruziën ruziede ruzieden
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		ruziën (v) {n} [Wörter] geruzied ruziet ruziën ruziede ruzieden
	streiten (v) [Person] (sich)		van mening verschillen (v) [Person]
	streiten (v) [Wörter] (sich)		ruzie maken (v) [Wörter]
	streiten (v) [Streit] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kibbelen (v) [Streit] gekibbeld kibbelt kibbelen kibbelden kibbelde
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kibbelen [Wörter] gekibbeld kibbelt kibbelen kibbelden kibbelde
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		kibbelen (v) [Wörter] gekibbeld kibbelt kibbelen kibbelden kibbelde
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		twisten [Wörter] getwist twist twisten twistten twistte
	streiten (v) [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		twisten (v) [Wörter] getwist twist twisten twistten twistte
	streiten [Wörter] (sich) gestritten streitest streiten stritt(e)st stritten streit(e)		redetwisten [Wörter] geredetwist redetwist redetwisten redetwistten redetwistte

Duits Nederlands vertalingen

DE	Synoniemen voor streiten	NL	Vertalingen
	angreifen [anbinden mit]		aanvallen
	anbinden [anbinden mit]		binden
	zanken [anbinden mit]		kissebissen
	anbändeln [anbinden mit]		flirten met
	erklären [erörtern]		uitleggen
	lernen [erörtern]		leren {n}
	reden [erörtern]		spreken {n}
	streifen [erörtern]		rakelings voorbijlopen
	bearbeiten [erörtern]		bewerken {n}
	erwähnen [erörtern]		citeren, vermelden, opmerken, noemen
	beraten [erörtern]		overleggen
	verdeutlichen [erörtern]		licht werpen op
	berühren [erörtern]		van belang zijn voor
	kommunizieren [erörtern]		communiceren
	diskutieren [erörtern]		discussiëren
	ansprechen [erörtern]		aanspreken
	einbringen [erörtern]		introduceren
	verhandeln [erörtern]		onderhandelen {n}
	nachdenken [erörtern]		mediteren
	anbringen [erörtern]		aanhangen

Gratis multilingual online woordenboek

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor streiten

Duits Nederlands vertalingen