Zoek woord stop heeft 10 resultaten
NL Nederlands DE Duits
stop (o) [interjectie] {m} halt (o) [interjectie]
stop (o) [interjectie] {m} stopp (o) [interjectie]
stop (adv n v) [interruption of travel] {m} Stopp (adv n v) [interruption of travel]
stop (n) [elektriciteit] {m} Sicherung (n) {f} [elektriciteit]
stop (n) [fles] {m} Schraubverschluss (n) {m} [fles]
NL Nederlands DE Duits
stop (n) [sanitair] {m} Pfropfen (n) {m} [sanitair]
stop (n v) [bottle stopper] {m} Kork (n v) {m} [bottle stopper]
stop (n v) [bottle stopper] {m} Stöpsel (n v) {m} [bottle stopper]
stop (n) [sanitair] {m} Stöpsel (n) {m} [sanitair]
stop (n v) [bottle stopper] {m} Korken (n v) {m} [bottle stopper]
NL Synoniemen voor stop DE Vertalingen
dop [deksel] m Schraubverschluss {m}
lid [deksel] n Schwanz {m}
stolp [deksel] m Glasglocke {f}
klep [deksel] m Visier {n}
genoeg [stop] im Überfluss
deksel [dekplaat] m Abdeckung
prop [kurk] m Knebel {m}
sluiting [kurk] f Dichtung {f}
zekering [zekering] f Sicherung {f}
pauze [onderbreking] m Atempause {f}
rust [onderbreking] m Ruhe {f}
stopzetting [bevriezing] f Stilllegung {f}
tap [afsluiter] m Hahn {m}