Zoek woord reinigen heeft 35 resultaten
NL Nederlands DE Duits
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] {n} putzen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] {n} reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (v) [schoonmaken] {n} reinigen (v) [schoonmaken]
reinigen (v) [to remove unwanted material] {n} reinigen (v) [to remove unwanted material]
reinigen (v) [verwonding] {n} reinigen (v) [verwonding]
NL Nederlands DE Duits
reinigen (v) [schoonmaken] {n} sauber machen (v) [schoonmaken]
reinigen (v) [verwonding] {n} sauber machen (v) [verwonding]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] {n} säubern (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (v) [schoonmaken] {n} säubern (v) [schoonmaken]
reinigen (n) [algemeen] {n} Reinmachen (n) {n} [algemeen]
reinigen (n) [algemeen] {n} Saubermachen (n) {n} [algemeen]
NL Synoniemen voor reinigen DE Vertalingen
schrobben [schoonmaken] scheuern
stomen [schoonmaken] n dämpfen
vegen [schoonmaken] wischen
wassen [schoonmaken] waschen (sich)
zuiveren [zuiveren] ausstreichen
doorsteken [doorprikken] durchstechen
ontsmetten [louteren] desinfizieren
schoonmaken [louteren] n putzen
DE Duits NL Nederlands
reinigen (adj n v adv) [(intransitive) to make things clean] poetsen (adj n v adv) [(intransitive) to make things clean]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] kuisen (adj n v adv) {n} [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] wassen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (v) [to remove unwanted material] reinigen (v) {n} [to remove unwanted material]
reinigen (v) [Verletzung] reinigen (v) {n} [Verletzung]
reinigen [Verletzung] reinigen {n} [Verletzung]
reinigen (v) [Reinmachen] reinigen (v) {n} [Reinmachen]
reinigen [Reinmachen] reinigen {n} [Reinmachen]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] reinigen (adj n v adv) {n} [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (v) [Chemie] raffineren (v) [Chemie]
reinigen [Chemie] raffineren [Chemie]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] poetsen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object]
reinigen (adj n v adv) [(intransitive) to make things clean] schoonmaken (adj n v adv) {n} [(intransitive) to make things clean]
reinigen (v) [Chemie] klaren (v) [Chemie]
reinigen [Chemie] klaren [Chemie]
reinigen (v) [Verletzung] zuiveren (v) [Verletzung]
reinigen [Verletzung] zuiveren [Verletzung]
reinigen (v) [Reinmachen] zuiveren (v) [Reinmachen]
reinigen [Reinmachen] zuiveren [Reinmachen]
reinigen (v) [Chemie] zuiveren (v) [Chemie]
reinigen [Chemie] zuiveren [Chemie]
reinigen (v) [Reinmachen] schoonmaken (v) {n} [Reinmachen]
reinigen [Reinmachen] schoonmaken {n} [Reinmachen]
reinigen (adj n v adv) [(transitive) to remove dirt from a place or object] schoonmaken (adj n v adv) {n} [(transitive) to remove dirt from a place or object]

Duits Nederlands vertalingen