Zoek woord onderbreken heeft 17 resultaten
NL Nederlands DE Duits
onderbreken (v) [bespreking] einfallen (v) [bespreking]
onderbreken einmischen (sich)
onderbreken (v) [speak when not allowed to] dummes Zeug daherreden (v) [speak when not allowed to] (v)
onderbreken (v) [speak when not allowed to] ein loses Mundwerk haben (v) [speak when not allowed to] (v)
onderbreken (v) [speak when not allowed to] ein loses Maul haben (v) [speak when not allowed to] (v)
NL Nederlands DE Duits
onderbreken (v) [speak when not allowed to] herumplappern (v) [speak when not allowed to] (v)
onderbreken (v) [bespreking] sich einmischen (v) [bespreking]
onderbreken einmischen (sich)
onderbreken (v) [bespreking] dazwischenfahren (v) [bespreking]
onderbreken (v) [telefoon] abbrechen (v) [telefoon]
onderbreken (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event] aufschieben (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
onderbreken (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event] aussetzen (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
onderbreken (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event] aufheben (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
onderbreken (n v) [to interrupt or cut off] unterbrechen (n v) [to interrupt or cut off]
onderbreken (v) [telefoon] unterbrechen (v) [telefoon]
onderbreken (v) [gesprek] unterbrechen (v) [gesprek]
onderbreken (v) [continuïteit] unterbrechen (v) [continuïteit]
NL Synoniemen voor onderbreken DE Vertalingen
interrumperen [afbreken] interrupt
storen [afbreken] disturb
verstoren [afbreken] disturb
afleiden [storen] derive
hinderen [storen] n stymie (formal)
ongelegen komen [storen] intrude (formal)
lastig vallen [storen] vex (arch.)