NL DE Nederlands Duits vertalingen voor onder woorden brengen
Zoek woord onder woorden brengen heeft 9 resultaten
Ga naar Nederlands » Duits
NL | Nederlands | DE | Duits | |
---|---|---|---|---|
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} | äußern (v) [gevoelens] | |||
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} | ausdrücken (v) [gevoelens] | |||
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} | ausdrücken (v) [verwoorden] | |||
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} | zum Ausdruck bringen (v) [gevoelens] | |||
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} | formulieren (v) [verwoorden] |
NL | Nederlands | DE | Duits | |
---|---|---|---|---|
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} | in Worte fassen (v) [verwoorden] | |||
onder woorden brengen (n) [aktie] {n} | Formulierung (n) {f} [aktie] | |||
onder woorden brengen (n) [aktie] {n} | in Worten Fassen (n) {n} [aktie] | |||
onder woorden brengen (n) [aktie] {n} | verbaler Ausdruck (n) {m} [aktie] |
NL DE Vertalingen voor onder
onder (prep) [Used to denote a mingling or intermixing] | unter (prep) [Used to denote a mingling or intermixing] | |||
onder (o) [algemeen] | unter (o) [algemeen] | |||
onder (prep adv adj) [beneath the surface of] | unter (prep adv adj) [beneath the surface of] | |||
onder (o) [graad] | unter (o) [graad] | |||
onder (o) [hoeveelheid] | unter (o) [hoeveelheid] | |||
onder (prep adv adj) [in a lower level than] | unter (prep adv adj) [in a lower level than] | |||
onder (prep adv adj) [subject of] | unter (prep adv adj) [subject of] | |||
onder (o) [voorzetsel] | unter (o) [voorzetsel] | |||
onder (o) [werk] | unter (o) [werk] | |||
onder (n v) [cause strain or anxiety] | bedrücken (n v) [cause strain or anxiety] |
NL DE Vertalingen voor woorden
woorden (n) [zonder betekenis] (p) | Gerede (n) {n} [zonder betekenis] | |||
woorden (n) [zonder betekenis] (p) | leere Worte (n) [zonder betekenis] | |||
woorden (n) [gesprek] (p) | Wörter (n) [gesprek] |
NL DE Vertalingen voor brengen
brengen (v) [halen] | abholen (v) [halen] | |||
brengen (v) [halen] | herbringen (v) [halen] | |||
brengen (v) [halen] | holen (v) [halen] | |||
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] | holen (v) [to transport toward somebody/somewhere] | |||
brengen (v) [voldoening] | beibringen (v) [voldoening] | |||
brengen (v) | bringen (v) | |||
brengen (v) [persoon] | bringen (v) [persoon] | |||
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] | bringen (v) [to transport toward somebody/somewhere] | |||
brengen (v) [voorwerpen] | bringen (v) [voorwerpen] | |||
brengen (v) [voorwerpen] | mitbringen (v) [voorwerpen] |