losbinden vertaling - Nederlands Duits vertaling voor losbinden

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / L / losbinden

Zoek woord losbinden heeft 21 resultaten

NL	Nederlands	DE	Duits
	losbinden (v) [algemeen] losgebonden bindt los binden los bond los bonden los		aufbinden (v) [algemeen] aufgebunden bindest auf binden auf banden auf bandest auf bind(e) auf
	losbinden (v) [algemeen] losgebonden bindt los binden los bond los bonden los		losbinden (v) [algemeen] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los
	losbinden (v) [gevangene] losgebonden bindt los binden los bond los bonden los		losbinden (v) [gevangene] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los
	losbinden (v) [gevangene] losgebonden bindt los binden los bond los bonden los		losmachen (v) [gevangene] losgemacht machen los machst los machten los machtest los mach(e) los

DE	Duits	NL	Nederlands
	losbinden (v) [Gefangene] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losbinden (v) [Gefangene] losgebonden binden los bindt los bonden los bond los
	losbinden (v) [take bindings off] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		ontbinden (v) [take bindings off] ontbonden ontbinden ontbindt ontbond ontbonden
	losbinden (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losknopen (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] losgeknoopt knopen los knoopt los knoopte los knoopten los
	losbinden (v) [Knoten] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losknopen (v) [Knoten] losgeknoopt knopen los knoopt los knoopte los knoopten los
	losbinden [Knoten] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losknopen [Knoten] losgeknoopt knopen los knoopt los knoopte los knoopten los
	losbinden (v) [Kleidung] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losknopen (v) [Kleidung] losgeknoopt knopen los knoopt los knoopte los knoopten los
	losbinden [Kleidung] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losknopen [Kleidung] losgeknoopt knopen los knoopt los knoopte los knoopten los
	losbinden (v) [allgemein] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losbinden (v) [allgemein] losgebonden binden los bindt los bonden los bond los
	losbinden [allgemein] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losbinden [allgemein] losgebonden binden los bindt los bonden los bond los
	losbinden [Gefangene] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken [Gefangene] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden [Gefangene] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losbinden [Gefangene] losgebonden binden los bindt los bonden los bond los
	losbinden (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden (v) [allgemein] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken (v) [allgemein] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden [allgemein] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken [allgemein] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden (v) [Knoten] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken (v) [Knoten] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden [Knoten] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken [Knoten] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los
	losbinden (v) [Gefangene] losgebunden bindest los binden los bandest los banden los bind(e) los		losmaken (v) [Gefangene] losgemaakt maakt los maken los maakten los maakte los

Duits Nederlands vertalingen

DE	Synoniemen voor losbinden	NL	Vertalingen
	abbinden [lösen]		beknellen
	lösen [abmachen] (sich		losknopen
	trennen [abmachen]		afscheiden
	entfernen [abmachen]		uithalen
	auflösen [abmachen]		uitleggen
	abhängen [abmachen]		afhangen
	abbrechen [abmachen]		afknakken
	ablösen [abmachen]		vervangen
	abnehmen [abmachen]		afnemen
	abreißen [abmachen]		breken {n}
	abtrennen [abmachen]		losmaken
	lockern [abmachen]		minder intens worden
	abstreifen [abmachen]		afvegen
	aufmachen [abmachen]		openen
	auftrennen [abmachen]		lostornen
	abschaben [abmachen]		afschrapen
	loslösen [abmachen]		losweken
	abkratzen [abmachen]		afkrabben
	losmachen [abmachen]		losmaken
	losreißen [abmachen]		losbreken

Gratis multilingual online woordenboek

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor losbinden

Duits Nederlands vertalingen