Zoek woord Lijst van Belgische plaatsnamen in het Duits heeft eén resultaat
Ga naar

NL DE Vertalingen voor lijst

lijst (n) [structured listing of files] {m} Ordner (n) [structured listing of files]
lijst (n) [structured listing of files] {m} Verzeichnis (n) {n} [structured listing of files]
lijst (n) [algemeen] {m} Liste (n) {f} [algemeen]
lijst (n) {m} Sims (n) {n}

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor belgische

Belgische (n adj) [Belgian, person from Belgium] {f} Belgier (n adj) {m} [Belgian, person from Belgium]
Belgische (n adj) [Belgian, person from Belgium] {f} Belgierin (n adj) {f} [Belgian, person from Belgium]
Belgische (n) [etnologie - vrouw] {f} Belgierin (n) {f} [etnologie - vrouw]
Belgische (n adj) [of or pertaining to Belgians or Belgian people] {f} belgisch (n adj) [of or pertaining to Belgians or Belgian people]
Belgische (n adj) [of or pertaining to Belgium] {f} belgisch (n adj) [of or pertaining to Belgium]

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]

NL DE Vertalingen voor het

het (n v abbr) [work, suffice] reichen (n v abbr) [work, suffice]
het (article adv) [article] das (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [article] der (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
het (article adv) [with a superlative] der (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [article] die (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]

NL DE Vertalingen voor duits

Duits (a) {n} deutsch (a)
Duits (a) [algemeen] {n} deutsch (a) [algemeen]
Duits (n proper adj) [of or relating to the country of Germany] {n} deutsch (n proper adj) [of or relating to the country of Germany]
Duits (n) {n} Deutsch (n) {n}
Duits (n) [taal] {n} Deutsch (n) {n} [taal]
Duits (n proper adj) [the German language] {n} Deutsch (n proper adj) {n} [the German language]
Duits (n proper adj) [the German language] {n} deutsche Sprache (n proper adj) {f} [the German language]
Duits (n proper adj) [the German language] {n} Hochdeutsch (n proper adj) {n} [the German language]
Duits {n} Deutsche Sprache