Zoek woord Leben und sterben lassen heeft eén resultaat
Ga naar

DE NL Vertalingen voor leben

Leben (n) {n} leven (n) {n}
Leben (n) [Inbegriff] {n} leven (n) {n} [Inbegriff]
Leben (n) [Lebensumstände] {n} leven (n) {n} [Lebensumstände]
Leben (n) [Sein] {n} leven (n) {n} [Sein]
Leben (n) [persönlich] {n} leven (n) {n} [persönlich]
Leben (n) [allgemein] {n} leven (n) {n} [allgemein]
Leben [Sein] {n} zijn {n} [Sein]
Leben (n) [Sein] {n} zijn (n) {n} [Sein]
Leben [Sein] {n} bestaan {n} [Sein]
Leben (n) [Sein] {n} bestaan (n) {n} [Sein]

DE NL Vertalingen voor und

und (n) [verbindet] en (n) [verbindet]
und (o) [Bindewort] en (o) [Bindewort]
und [plus] plus {m} [plus]
und (o) [plus] plus (o) {m} [plus]
und [plus] en ook [plus]
und (o) [plus] en ook (o) [plus]
und [Bindewort] en [Bindewort]
und (adv) [used to ask someone to consider something or someone that they have apparently not considered] en (adv) [used to ask someone to consider something or someone that they have apparently not considered]
und (adv) [used to ask someone to consider something or someone that they have apparently not considered] hoe zit het met (adv) [used to ask someone to consider something or someone that they have apparently not considered] (adv)

DE NL Vertalingen voor sterben

sterben (v) [intransitiv] sterven (v) {n} [intransitiv]
sterben (v) [intransitiv] doodgaan (v) [intransitiv]
sterben (v) [Person] doodgaan (v) [Person]
sterben (v) [Person] sterven (v) {n} [Person]
sterben [Person] overlijden {n} [Person]
sterben (v) [Person] overlijden (v) {n} [Person]
sterben (v n) [to stop living] overlijden (v n) {n} [to stop living]
sterben [Person] sterven {n} [Person]
sterben (v n) [to stop living] sterven (v n) {n} [to stop living]
sterben [Person] heengaan [Person]

DE NL Vertalingen voor lassen

lassen (v) [etwas nicht tun] laten (v) [etwas nicht tun]
lassen (v) [Stück] laten (v) [Stück]
lassen (v) laten (v)
lassen (v) [Mathematik] stellen (v) [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] veronderstellen (v) [Mathematik]
lassen [Mathematik] onderstellen [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] onderstellen (v) [Mathematik]
lassen [Mathematik] geven [Mathematik]
lassen (v) [Mathematik] geven (v) [Mathematik]
lassen (v) [Erlaubnis] toelaten (v) [Erlaubnis]