Zoek woord knecht heeft 13 resultaten
NL Nederlands DE Duits
knecht (n) [algemeen] {m} Diener (n) {m} [algemeen]
knecht (n) [one who is hired to perform regular household or other duties, and receives compensation] {m} Diener (n) {m} [one who is hired to perform regular household or other duties, and receives compensation]
knecht (n) [one who is hired to perform regular household or other duties, and receives compensation] {m} Dienerin (n) {f} [one who is hired to perform regular household or other duties, and receives compensation]
knecht (n) [algemeen] {m} Bedienter (n) {m} [algemeen]
NL Synoniemen voor knecht DE Vertalingen
mindere [bediende] f Untergebene {m}
ondergeschikte [bediende] m Untertan {m}
lakei [huisbediende] m Lakai {m}
bediende [dienaar] m Angestellte {m}
butler [dienaar] m Butler {m}
dienstbode [dienaar] m Hausangestellte {m}
hulp [dienaar] m Hilfe {f}
oppasser [dienaar] m Wärter {m}
loopjongen [dienaar] m Aushilfskraft
dienaar [bode] m Helferin {f}
DE Duits NL Nederlands
Knecht [Mann] {m} werkpaard {n} [Mann]
Knecht (n) [Mann] {m} werkpaard (n) {n} [Mann]
Knecht [Mann] {m} werkezel {m} [Mann]
Knecht (n) [Mann] {m} werkezel (n) {m} [Mann]
Knecht [Mann] {m} zwoeger {m} [Mann]
Knecht (n) [Mann] {m} zwoeger (n) {m} [Mann]
Knecht [Mann] {m} ploeteraar {m} [Mann]
Knecht (n) [Mann] {m} ploeteraar (n) {m} [Mann]
Knecht {m} Slaaf {m}

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor knecht NL Vertalingen
Kraft [Beschäftigte] f kracht {m}
Arbeitskraft [Beschäftigte] f werkkracht
Angestellter [Beschäftigte] medewerker {m}
Sklave [Beschäftigte] m ploeteraar {m}
Mitarbeiter [Beschäftigte] m partner {m}
Hausangestellte [Beschäftigte] m dienstbode {m}
Putzfrau [Beschäftigte] f werkster {f}
Arbeitnehmer [Beschäftigte] m bediende {m}
Arbeiter [Beschäftigte] m werkman
Kuli [Handlanger] m koelie {m}
Leibeigener [Sklave] m slaaf {m}
Butler [Hausangestellter] m butler {m}
Diener [Hausangestellter] m dienaar {m}
Helfer [Hausangestellter] m rechterhand {m}
Bedienung [Hausangestellter] f bediening {f}
Bote [Hausangestellter] m ijlbode {m}
Gehilfe [Hausangestellter] m dienaar {m}
Hilfskraft [Hausangestellter] f rechterhand {m}
Untergebener [Hausangestellter] (m ondergeschikte {m}
Lakai [Hausangestellter] m lakei {m}