| | kennzeichnen [Artikel] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | labelen [Artikel] - gelabeld
- labelt
- labelen
- labelden
- labelde
| |
| | kennzeichnen (v) [Artikel] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | merken (v) [Artikel] - gemerkt
- merken
- merkt
- merkte
- merkten
| |
| | kennzeichnen [Artikel] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | merken [Artikel] - gemerkt
- merken
- merkt
- merkte
- merkten
| |
| | kennzeichnen (adj v) [to mark out and make known; to point out; to name; to indicate] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | bepalen (adj v) [to mark out and make known; to point out; to name; to indicate] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | kennzeichnen (v) [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | voorstellen (v) [charakterisieren] - voorgesteld
- stellen voor
- stelt voor
- stelden voor
- stelde voor
| |
| | kennzeichnen [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | voorstellen [charakterisieren] - voorgesteld
- stellen voor
- stelt voor
- stelden voor
- stelde voor
| |
| | kennzeichnen [allgemein] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | markeren [allgemein] - gemarkeerd
- markeert
- markeren
- markeerden
- markeerde
| |
| | kennzeichnen [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | afschilderen [charakterisieren] - afgeschilderd
- schilderen af
- schildert af
- schilderden af
- schilderde af
| |
| | kennzeichnen (v) [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | beschrijven (v) [charakterisieren] - beschreven
- beschrijven
- beschrijft
- beschreven
- beschreef
| |
| | kennzeichnen [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | beschrijven [charakterisieren] - beschreven
- beschrijven
- beschrijft
- beschreven
- beschreef
| |
| | kennzeichnen (v) [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | karakteriseren (v) [charakterisieren] - gekarakteriseerd
- karakteriseren
- karakteriseert
- karakteriseerde
- karakteriseerden
| |
| | kennzeichnen [charakterisieren] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | karakteriseren [charakterisieren] - gekarakteriseerd
- karakteriseren
- karakteriseert
- karakteriseerde
- karakteriseerden
| |
| | kennzeichnen (v) [to indicate; to mark] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | aangeven (v) [to indicate; to mark] - aangegeven
- geven aan
- geeft aan
- gaf aan
- gaven aan
| |
| | kennzeichnen (n v) [to mark with a flag] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | markeren (n v) [to mark with a flag] - gemarkeerd
- markeert
- markeren
- markeerden
- markeerde
| |
| | kennzeichnen (v) [allgemein] - gekennzeichnet
- kennzeichnest
- kennzeichnen
- kennzeichnetest
- kennzeichneten
- kennzeichne
| | markeren (v) [allgemein] - gemarkeerd
- markeert
- markeren
- markeerden
- markeerde
| |
