Zoek woord het eens worden heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
het eens worden (v) [overeenkomst] eine Einigung erzielen mit (v) [overeenkomst]

NL DE Vertalingen voor het

het (n v abbr) [work, suffice] reichen (n v abbr) [work, suffice]
het (article adv) [article] das (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [article] der (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
het (article adv) [with a superlative] der (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [article] die (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]

NL DE Vertalingen voor eens

eens (adj v adv n) [implying extreme example] selbst (adj v adv n) [implying extreme example]
eens (adj v adv n) [implying extreme example] sogar (adj v adv n) [implying extreme example]
eens (adj v adv n) [implying extreme example] auch (adj v adv n) [implying extreme example]
eens (o) [hoeveelheid] einmal (o) [hoeveelheid]
eens (o) [toekomst] einmal (o) [toekomst]
eens (o) [verleden] einmal (o) [verleden]
eens (o) [verleden] einst (o) [verleden]
eens (o) [verleden] einstmals (o) [verleden]
eens (o) [toekomst] eines Tages (o) [toekomst]
eens (o) [toekomst] irgendwann (o) [toekomst]

NL DE Vertalingen voor worden

worden (v n) [become] {n} gehen (v n) [become]
worden (v n) [become or change into] {n} fallen (v n) [become or change into]
worden (n) {n} werden (n)
worden (v) [algemeen] {n} werden (v) [algemeen]
worden (v n) [become] {n} werden (v n) [become]
worden (v n) [become or change into] {n} werden (v n) [become or change into]
worden (n adj v) [to assume specified characteristic] {n} werden (n adj v) [to assume specified characteristic]
worden (v) [to begin to be] {n} werden (v) [to begin to be]
worden (v) [uitgroeien tot] {n} werden (v) [uitgroeien tot]
worden (v) [used to form the passive voice] {n} werden (v) [used to form the passive voice]