Zoek woord halt doen houden heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
halt doen houden (v) [persoon] aufhalten (v) [persoon]

NL DE Vertalingen voor halt

halt (o) [interjectie] {m} halt (o) [interjectie]
halt (o) [interjectie] {m} stopp (o) [interjectie]
halt (n) [beweging] {m} Stillstand (n) {m} [beweging]

NL DE Vertalingen voor doen

doen (adj n v) [tip, overturn] umkehren (adj n v) [tip, overturn]
doen (adj n v) [tip, overturn] umdrehen (adj n v) [tip, overturn]
doen (n adj v) [to decay] verfallen (n adj v) [to decay]
doen (v) [handelen] handeln (v) [handelen]
doen (v) [aktie] tun (v) [aktie]
doen (v) [handelen] tun (v) [handelen]
doen (v) machen (v)
doen (v) [aktie] machen (v) [aktie]
doen (adj n v) [tip, overturn] umkippen (adj n v) [tip, overturn]
doen (adj n v) [tip, overturn] umwerfen (adj n v) [tip, overturn]

NL DE Vertalingen voor houden

houden (v) [algemeen] halten (v) [algemeen]
houden (v) [positie] halten (v) [positie]
houden (v) [toespraak] halten (v) [toespraak]
houden (v) [toespraak] vortragen (v) [toespraak]
houden (v) [beroep] behalten (v) [beroep]
houden (v) [beroep] weiterbeschäftigen (v) [beroep]