Zoek woord eten klaarmaken heeft eén resultaat
Ga naar
| eten (n) [main meal of the day] {n} | | Abendessen (n) {n} [main meal of the day] | |
| eten (o) [voedsel] {n} | | aufessen (o) [voedsel] - aufgegessen
- isst auf
- essen auf
- aßen auf
- aßest auf
- iss auf
| |
| eten (v) {n} | | essen (v) - gegessen
- isst
- essen
- aßest
- aßen
- iss
| |
| eten (v) [algemeen] {n} | | essen (v) [algemeen] - gegessen
- isst
- essen
- aßest
- aßen
- iss
| |
| eten (v) [consume] {n} | | essen (v) [consume] - gegessen
- isst
- essen
- aßest
- aßen
- iss
| |
| eten (v) [dieren] {n} | | essen (v) [dieren] - gegessen
- isst
- essen
- aßest
- aßen
- iss
| |
| eten (o) [voedsel] {n} | | essen (o) [voedsel] - gegessen
- isst
- essen
- aßest
- aßen
- iss
| |
| eten (v) [consume] {n} | | fressen (v) [consume] - gefressen
- fressen
- frisst
- fraßen
- fraßest
- friss
| |
| eten (v) [dieren] {n} | | fressen (v) [dieren] - gefressen
- fressen
- frisst
- fraßen
- fraßest
- friss
| |
| eten (n) [any substance consumed by living organisms to sustain life] {n} | | Essen (n) {n} [any substance consumed by living organisms to sustain life] | |
| klaarmaken (v) [onderwijs] - klaargemaakt
- maakt klaar
- maken klaar
- maakte klaar
- maakten klaar
| | ausrüsten (v) [onderwijs] - ausgerüstet
- rüstest aus
- rüsten aus
- rüsteten aus
- rüstetest aus
- rüste aus
| |
| klaarmaken (v) [gebeurtenis] - klaargemaakt
- maakt klaar
- maken klaar
- maakte klaar
- maakten klaar
| | vorbereiten (v) [gebeurtenis] - vorbereitet
- bereitest vor
- bereiten vor
- bereitetest vor
- bereiteten vor
- bereite vor
| |
| klaarmaken (v) [onderwijs] - klaargemaakt
- maakt klaar
- maken klaar
- maakte klaar
- maakten klaar
| | vorbereiten (v) [onderwijs] - vorbereitet
- bereitest vor
- bereiten vor
- bereitetest vor
- bereiteten vor
- bereite vor
| |
| klaarmaken (v) [culinair] - klaargemaakt
- maakt klaar
- maken klaar
- maakte klaar
- maakten klaar
| | zubereiten (v) [culinair] - zubereitet
- bereiten zu
- bereitest zu
- bereiteten zu
- bereitetest zu
- bereite zu
| |