Zoek woord betalen voor heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
betalen voor (v) [geld] bezahlen für (v) [geld]

NL DE Vertalingen voor betalen

betalen (v) [to pay or atone for] abzahlen (v) [to pay or atone for]
betalen (v) [schuld] begleichen (v) [schuld]
betalen (v) [to pay or atone for] begleichen (v) [to pay or atone for]
betalen (v) [geld] bezahlen (v) [geld]
betalen (n v) [pay] bezahlen (n v) [pay]
betalen (v) [schuld] bezahlen (v) [schuld]
betalen (v) [verschil] bezahlen (v) [verschil]
betalen (v) [uitbetalen] ausgeben (v) [uitbetalen]
betalen (v) [geld] bestreiten (v) [geld]
betalen (v) [uitbetalen] auszahlen (v) [uitbetalen]

NL DE Vertalingen voor voor

voor (n adj v) [schedule] {m} planen (n adj v) [schedule]
voor (o) [algemeen] {m} zu (o) [algemeen]
voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} auf (particle prep adv) [used to indicate purpose]
voor (o) [tijd] {m} bis (o) [tijd]
voor (n) {m} für (n)
voor (o) [algemeen] {m} für (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} für (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [ruil] {m} für (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} für (conj prep) [supporting]
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} vor (prep adv conj) [earlier than in time]