Zoek woord babysit zijn heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
babysit zijn (v) [kinderverzorging] babysitten (v) [kinderverzorging]

NL DE Vertalingen voor babysit

babysit (n) [kinderverzorging - man] {m} Babysitter (n) {m} [kinderverzorging - man]
babysit (n) [kinderverzorging - vrouw] {m} Babysitter (n) {m} [kinderverzorging - vrouw]

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]