Zoek woord arm heeft 27 resultaten
NL Nederlands DE Duits
arm (a) [armoede] {m} arm (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} arm (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} armselig (a) [armoede]
arm (a) [armoede] {m} benachteiligt (a) [armoede]
arm (a) [armoede] {m} dürftig (a) [armoede]
NL Nederlands DE Duits
arm (a) [armoede] {m} unbemittelt (a) [armoede]
arm (a) [armoede] {m} unterprivilegiert (a) [armoede]
arm (n) [anatomie] {m} Arm (n) {m} [anatomie]
arm (n) [zee] {m} Arm (n) {m} [zee]
arm (n) [zee] {m} Meeresarm (n) {m} [zee]
arm (a) [armoede] {m} bedürftig (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} mittellos (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} Not leidend (a) [armoede]
arm (a) [armoede] {m} verarmt (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} ruiniert (a) [persoon]
arm (a) [persoon] {m} völlig heruntergekommen (a) [persoon]
NL Synoniemen voor arm DE Vertalingen
tak [afsplitsing] m (zhī)
berooid [armlastig] 貧窮
DE Duits NL Nederlands
arm [Armut] misdeeld [Armut]
arm (a) [Armut] misdeeld (a) [Armut]
arm [Armut] arm {m} [Armut]
arm (a) [Armut] arm (a) {m} [Armut]
arm [Person] arm {m} [Person]
arm (a) [Person] arm (a) {m} [Person]
arm [Armut] kansarm [Armut]
arm (a) [Armut] kansarm (a) [Armut]
arm [Person] ongelukkig [Person]
arm (a) [Person] ongelukkig (a) [Person]
arm berooid

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor arm NL Vertalingen
verarmt [mittellos] armoedig
bedürftig [mittellos] behoeftig
unbemittelt [mittellos] kansarm
elend [hilfsbedürftig] onwel
dürftig [hilfsbedürftig] pover
kläglich [hilfsbedürftig] beklagenswaardig
ärmlich [hilfsbedürftig] straatarm
heruntergekommen [hilfsbedürftig] bouwvallig
erbärmlich [hilfsbedürftig] erbarmelijk
in Not [hilfsbedürftig] in nood
Not leidend [hilfsbedürftig] nooddruftig
abgebrannt [ohne Geld] blut
bankrott [ohne Geld] bankroet {n}
pleite [ohne Geld] platzak
zahlungsunfähig [ohne Geld] insolvent
beklagenswert [beklagenswürdig] deerniswekkend
bedauernswert [beklagenswürdig] bedroevend
niedergeschlagen [bedrückt] gedeprimeerd
down [bedrückt] depressief
belastet [bedrückt] bezwaard