Zoek woord alle zusammen heeft 11 resultaten
DE Duits NL Nederlands
alle zusammen (adv) [without exception; wholly; completely] totaal (adv) {n} [without exception; wholly; completely]
alle zusammen (adv) [without exception; wholly; completely] geheel (adv) {n} [without exception; wholly; completely]
alle zusammen [Leute] allemaal tegelijk [Leute]
alle zusammen (o) [Leute] allemaal tegelijk (o) [Leute]
alle zusammen [Leute] en masse [Leute]
DE Duits NL Nederlands
alle zusammen (o) [Leute] en masse (o) [Leute]
alle zusammen [Leute] als een geheel [Leute]
alle zusammen (o) [Leute] als een geheel (o) [Leute]
alle zusammen (adv) [without exception; wholly; completely] zonder (adv) [without exception; wholly; completely]
alle zusammen (adv) [on the whole; everything considered] kortom (adv) [on the whole; everything considered]
alle zusammen (adv) [on the whole; everything considered] al met al (adv) [on the whole; everything considered] (adv)

DE NL Vertalingen voor alle

alle (adv determiner n) [every individual of the given class] alle (adv determiner n) [every individual of the given class]
alle [jeder] alle [jeder]
alle (a) [jeder] alle (a) [jeder]
alle [jeder] alle mogelijke [jeder]
alle (a) [jeder] alle mogelijke (a) [jeder]
alle [jeder] elke voorstelbare [jeder]
alle (a) [jeder] elke voorstelbare (a) [jeder]
alle [Personalpronomen - Subjekt - pl.] allemaal [Personalpronomen - Subjekt - pl.]
alle (o) [Personalpronomen - Subjekt - pl.] allemaal (o) [Personalpronomen - Subjekt - pl.]
alle (pronoun) [every person] allemaal (pronoun) [every person]

DE NL Vertalingen voor zusammen

zusammen (n) [gemeinschaftlich] met elkaar (n) [gemeinschaftlich]
zusammen (o) [allgemein] met elkaar (o) [allgemein]
zusammen (n) [gemeinschaftlich] onderling (n) [gemeinschaftlich]
zusammen (n) [gemeinschaftlich] meekaar (n) [gemeinschaftlich]
zusammen (n) zamen (n)
zusammen (o) [allgemein] onderling (o) [allgemein]
zusammen (n) [gemeinschaftlich] zamen (n) [gemeinschaftlich]
zusammen [allgemein] bijeen [allgemein]
zusammen (o) [allgemein] bij elkaar (o) [allgemein]
zusammen [Gruppe] samen [Gruppe]

Duits Nederlands vertalingen