Zoek woord akzentuieren heeft 16 resultaten
DE Duits NL Nederlands
akzentuieren (v) [Akzent] accentueren (v) [Akzent]
akzentuieren (v) [Gespräch] accentueren (v) [Gespräch]
akzentuieren (v) [Akzent] benadrukken (v) [Akzent]
akzentuieren (v) [Gespräch] benadrukken (v) [Gespräch]
akzentuieren [Gespräch] accentueren [Gespräch]
DE Duits NL Nederlands
akzentuieren (v) [to pronounce with an accent] accentueren (v) [to pronounce with an accent]
akzentuieren [Gespräch] beklemtonen [Gespräch]
akzentuieren (v) [Gespräch] beklemtonen (v) [Gespräch]
akzentuieren (v) [to pronounce with an accent] beklemtonen (v) [to pronounce with an accent]
akzentuieren [Gespräch] nadruk leggen op [Gespräch]
akzentuieren (v) [Gespräch] nadruk leggen op (v) [Gespräch]
akzentuieren [Gespräch] benadrukken [Gespräch]
akzentuieren [Gespräch] de nadruk leggen op [Gespräch]
akzentuieren (v) [Gespräch] de nadruk leggen op (v) [Gespräch]
akzentuieren [Gespräch] onderstrepen [Gespräch]
akzentuieren (v) [Gespräch] onderstrepen (v) [Gespräch]

Duits Nederlands vertalingen