Zoek woord aber heeft 30 resultaten
DE Duits NL Nederlands
aber (n) [Partikel] echter (n) [Partikel]
aber (n) [Konjunktion] maar (n) [Konjunktion]
aber (o) [dennoch] echter (o) [dennoch]
aber (o) [jedoch] echter (o) [jedoch]
aber (o) [allgemein] maar (o) [allgemein]
DE Duits NL Nederlands
aber (o) [dennoch] maar (o) [dennoch]
aber (o) [jedoch] maar (o) [jedoch]
aber (o) [jedoch] ware het niet dat (o) [jedoch]
aber [jedoch] echter [jedoch]
aber [dennoch] anderzijds [dennoch]
aber (o) [dennoch] anderzijds (o) [dennoch]
aber [jedoch] ware het niet dat [jedoch]
aber (o) [dennoch] nochtans (o) [dennoch]
aber [jedoch] doch [jedoch]
aber (o) [jedoch] doch (o) [jedoch]
aber [jedoch] alleen [jedoch]
aber (o) [jedoch] alleen (o) [jedoch]
aber (prep adv conj n) [except] behalve (prep adv conj n) [except]
aber [dennoch] echter [dennoch]
aber [dennoch] nochtans [dennoch]
aber (o) [dennoch] toch (o) [dennoch]
aber [dennoch] toch [dennoch]
aber (o) [Adverb] desondanks (o) [Adverb]
aber [Adverb] desondanks [Adverb]
aber (o) [Adverb] niettemin (o) [Adverb]
aber [Adverb] niettemin [Adverb]
aber [jedoch] maar [jedoch]
aber [dennoch] maar [dennoch]
aber (prep adv conj n) [although] maar (prep adv conj n) [although]
aber [allgemein] maar [allgemein]

Duits Nederlands vertalingen