Nederlands Duits
iemand alles meezitten eine Glückssträhne haben
iemand angst aanjagen jemandem Angst machen
iemand au sérieux nemen jemanden ernst nehmen
iemand bang maken jemandem Angst machen
iemand beletten te jemanden abhalten von
iemand betalen jemandem ein Gehalt auszahlen
iemand bewusteloos slaan jemand bewusstlos schlagen
iemand bezoldigen jemandem ein Gehalt auszahlen
iemand bijspringen jemandem aus der Not helfen
iemand binden aan jemanden festlegen auf
iemand de details besparen jemanden die Einzelheiten ersparen
iemand de noodzaak op het hart drukken van jemandem die Notwendigkeit einer Sache ans Herz legen
iemand de oren van het hoofd kletsen jemandem ein Ohr abkauen
iemand de stuipen op het lijf jagen jemandem fürchterliche Angst machen
iemand de volle lading geven jemanden fertig machen
iemand de ware toedracht meedelen van jemanden über etwas aufklären
iemand die heeft afgedaan Ausgespielter
iemand die slaat Schläger
iemand die toegangskaarten meestal duur doorverkoopt Skalpierer
iemand doen griezelen jemanden zum Gruseln bringen
iemand doen huiveren jemanden zum Gruseln bringen
iemand doen ijzen jemanden zum Gruseln bringen
iemand doen walgen jemanden anekeln
iemand dood laten schrikken jemandem fürchterliche Angst machen
iemand een ongeluk laten schrikken jemandem fürchterliche Angst machen
iemand een salaris betalen jemandem ein Gehalt auszahlen