NL DA Nederlands Deens alfabetisch woordenboek Z
- zaad uitstrooien ... zakken
- zakken ... zal aangolven
- zal aangooien ... zandzak
- zandzegge ... zeeniveau
- zeepbel ... zeilschool
- zeilsport ... zenden
- zendernet ... zich ... gedragen
- zich ... opstellen ... zich bedenken
- zich bedrinken ... zich garant stellen voor
- zich garant stellen voor ... zich niet bewust van
- zich niet bewust zijn van ... zich schamen
- zich schamen ... zich verbinden
- zich verdringen ... zich wurmen door
- zich wurmen door ... ziektegeval
- ziekteverlof ... zijn best doen
- zijn best doen ... zijrivier
- zijrivier ... zitten in
- zitten met ... zogen
- zogezegd ... zonder nadenken
- zonder nadenken ... zonnedauw
- zonnen ... zou aanklampen
- zou aanklinken ... zou moeten
- zou zijn aangebeterd ... zouden hebben aangeblaft
- zouden hebben aangegluurd ... Zuid-Afrikaans
- Zuid-Amerikaan ... zuiveringszout
- zuiverste voorbeeld ... zullen aanladen
- zullen aanlappen ... zult aangelonkt hebben
- zult aangelopen hebben ... zuurstof
- zuurstofmasker ... zwanger worden
- zwanger worden ... zwavelhoudend
- zwavelig ... zwetend
- zwetsen ... zygote