NL DA Nederlands Deens alfabetisch woordenboek H
- H.A.V.O. ... had aangegrinnikt
- had aangehouden ... hadden aangeloefd
- hadden aangelokt ... handboord
- handel in verdovende middelen ... harde schijf
- harden ... harrewarren
- harst ... heb aangegord
- heb aangegrauwd ... hebben aangeleid
- hebben aangelijkt ... hecht
- hecht ... heel diep
- heel erg bedankt ... heiligschennis
- heilzaam ... helleveeg
- helleveeg ... herder
- herderstasje ... hermafrodiet
- hermafrodiet ... hersenvlucht
- hersenvlucht ... het bewijs geven van
- het bewustzijn verliezen ... het meest
- het meest ... het was muisstil
- het water in de mond doen lopen ... hiel
- hielenlikker ... historicus
- historicus ... hoegenaamd niet
- hoegenaamd niet ... hogepriester
- hogepriester ... homp
- hondekar ... hoofddoek
- hoofdeinde ... hoogseizoen
- hoogseizoen ... hoorn van overvloed
- hoornaar ... houtconstructie
- houten ... huilen
- huilen ... hulpwerkwoord
- hulpwerkwoord ... huurkoop
- huurling ... hypotenusa
- hypotheek ... hèhè