NL PT Nederlands Portugees alfabetisch woordenboek T
- T-knooppunt ... t.v.
- t.v. ... tachtig
- tachtig ... tafelcomputer
- tafelcomputer ... taling
- talisman ... tandplak
- tandplak ... tappen
- tappen ... taxatie
- taxatie ... taxatieprijs
- taxatrice ... te goeder trouw
- te hard rijden ... te midden van
- te midden van ... te schande maken
- te schande maken ... te schande maken
- te schande maken ... te strak zitten
- te strak zitten ... te verwezenlijken
- te voorkomen ... te weten komen
- te weten komen ... teder
- teef ... tegemoetkomend
- tegemoetkomend ... tegen kunnen
- tegen kunnen ... tegendruk
- tegendruk ... tegendruk
- tegendruk ... tegengesteld
- tegengestelde ... tegengewicht
- tegengewicht ... tegenkomen
- tegenkomen ... tegenovergestelde
- tegenovergestelde ... tegenpool
- tegenpool ... tegenstandster
- tegenstandster ... tegenvaller
- tegenvaller ... tegenwicht
- tegenwicht ... teisteren
- teisteren ... tekeergaan
- tekeergaan ... tekeergaan
- tekeergaan ... tekenen bij vertrek
- tekenen bij vertrek ... tekening
- tekening ... telescoop
- telescoop ... tellen
- tellen ... ten belope van
- ten belope van ... ten toon spreiden
- ten uitvoer brengen ... tenortuba
- tenortuba ... tentoonstellen
- tentoonstellen ... ter plekke
- ter plekke ... tergen
- tergen ... tersluiks
- tersluiks ... terugdrijven
- terugdrijven ... teruglopen
- teruglopen ... terugsprong
- terugsprong ... terwijl
- terwijl ... testen
- testen ... tevoren
- tevoren ... tewerkstellen
- tewerkstellen ... thermohardend
- thermohardend ... thuis
- thuis ... tieren
- tieren ... tijdens het uitvoeren van
- tijdens het uitvoeren van ... tijdig
- tijdig ... tijdverdrijf
- tijdverdrijf ... tikken
- tikken ... tinnen
- tinnen ... tinnen
- tint ... tiran
- tirannie ... tjonges
- tjonges ... tobben
- tobben ... toe te kennen
- toe te schrijven ... toegedaanheid
- toegedaanheid ... toegepaste taalkunde
- toegepaste taalkunde ... toegerust met
- toegerust met ... toegewijd
- toegewijd ... toelating
- toelating ... toenemen
- toenemen ... toenmaals
- toenmaals ... toereikend
- toereikend ... toeschietelijk
- toeschouwers ... toestand
- toestand ... toetakelen
- toetakelen ... toetreden
- toetreden ... toetreden tot
- toetreden tot ... toevallig tegenkomen
- toevallig tegenkomen ... toevoegen
- toevoegen ... toezicht houden op
- toezicht houden op ... toezichthouder
- toezichthoudster ... toezichthoudster
- toezichthoudster ... tolboom
- tolboom ... tolereren
- tolereren ... tolhek
- tolhek ... toneelschrijfster
- toneelschrijver ... toonbeeld
- toonbeeld ... top
- top ... tossen
- tot ... tot dusver
- tot dusver ... tot gevolg hebben
- tot gevolg hebben ... tot in de puntjes regelen
- tot in de puntjes regelen ... tot op heden
- tot op heden ... tot stand gebracht
- tot stand gebracht ... tot vervelens toe
- tot vervelens toe ... tot wet verheffen
- tot wet verheffen ... totdat
- totdat ... totstandkoming
- totstandkoming ... toxisch
- traag ... trailer
- trailer ... traiteur
- traiteur ... traktaat
- traktaat ... trammelant
- trammelant ... transformatie
- transformatie ... transporteren
- transporteren ... trapsgewijze
- trapsgewijze ... treiteren
- treiteren ... trekpleister
- trekpleister ... treuzelen
- treuzelen ... trillen
- trillen ... trimmen
- trimmen ... troep
- troep ... troep
- troep ... trommelslager
- tromp ... trots
- trottoir ... truc
- truc ... tuil
- tuil ... tuinbouw
- tuinbouw ... tuitouw
- tuitouw ... tumulus
- tumulus ... tussenoplossing
- tussenoplossing ... tuttifrutti-ijs
- tuttifrutti-ijs ... tweede luitenant
- tweede luitenant ... tweevoudig
- tweevoudig ... twisten
- twisten ... typografe
- typografe ... tête-à-tête