NL IT Nederlands Italiaans vertalingen voor gaan wonen in
Zoek woord gaan wonen in heeft 5 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | IT | Italiaans | |
---|---|---|---|---|
gaan wonen in (v) [huis] | occupare (v) [huis] | |||
gaan wonen in (v) [huis] | traslocare in (v) [huis] | |||
gaan wonen in (v) [huis] | prendere possesso di (v) [huis] | |||
gaan wonen in (v) [verblijfplaats] | stabilirsi (v) [verblijfplaats] | |||
gaan wonen in (v) [verblijfplaats] | fissare il proprio domicilio (v) [verblijfplaats] |
NL IT Vertalingen voor gaan
gaan (v) [algemeen] | andarsene (v) [algemeen] | |||
gaan (v) [fysische activiteit] | andarsene (v) [fysische activiteit] | |||
gaan (v) [vertrek] | andarsene (v) [vertrek] | |||
gaan (v) [algemeen] | andare (v) [algemeen] | |||
gaan (n v abbr) [be reasonable or acceptable] | andare (n v abbr) [be reasonable or acceptable] | |||
gaan (v) [fysische activiteit] | andare (v) [fysische activiteit] | |||
gaan (v) [reizen] | andare (v) [reizen] | |||
gaan (v n) [to move through space (especially from one place to another)] | andare (v n) [to move through space (especially from one place to another)] | |||
gaan (v) [vertrek] | andare (v) [vertrek] | |||
gaan (v) [algemeen] | andare via (v) [algemeen] |
NL IT Vertalingen voor wonen
wonen (n) [aktie] {n} | abitazione (n) {f} [aktie] | |||
wonen (v) [to dwell] {n} | vivere (v) [to dwell] | |||
wonen (v) [verblijfplaats] {n} | vivere (v) [verblijfplaats] | |||
wonen (v) [to dwell] {n} | abitare (v) [to dwell] | |||
wonen (v) [verblijfplaats] {n} | abitare (v) [verblijfplaats] | |||
wonen (v) [to dwell] {n} | risiedere (v) [to dwell] | |||
wonen (v) [to dwell permanently or for a considerable time] {n} | risiedere (v) [to dwell permanently or for a considerable time] | |||
wonen (v) [verblijfplaats] {n} | risiedere (v) [verblijfplaats] | |||
wonen (v) [to dwell] {n} | dimorare (v) [to dwell] | |||
wonen (v) [verblijfplaats] {n} | dimorare (v) [verblijfplaats] |
NL IT Vertalingen voor in
in (o) [in elk] | presso (o) [in elk] | |||
in (o) [nabijheid] | presso (o) [nabijheid] | |||
in (o) [richting] | presso (o) [richting] | |||
in (o) [voorzetsel] | presso (o) [voorzetsel] | |||
in (o) [in elk] | in (o) [in elk] | |||
in (o) [nabijheid] | in (o) [nabijheid] | |||
in (o) [richting] | in (o) [richting] | |||
in (o) [voorzetsel] | in (o) [voorzetsel] | |||
in (prep) [within a given time interval] | durante (prep) [within a given time interval] | |||
in (o) [in elk] | dentro (o) [in elk] |