NL FR Nederlands Frans alfabetisch woordenboek T
- T-knooppunt ... taak
- taalbeheersing ... tabel
- tabel ... tachtigste
- tackelen ... takel
- takel ... talrijk
- talrijk ... tap
- tapijt ... tas
- tasje ... taxus
- taxus ... te hulp roepen
- te hulp schieten ... te ontvangen
- te ontvangen ... te sterk stellen
- te sterk stellen ... te verstaan geven
- te verstaan geven ... te voorschijn komend
- te voorschijn komend ... technische terminologie
- technische wetenschappen ... teelt
- teelt ... tegen
- tegen ... tegen-
- tegen- ... tegendraads
- tegendraads ... tegenkomen
- tegenligger ... tegenovergestelde kant
- tegenovergestelde kant ... tegenspartelen
- tegenspartelen ... tegenstandster
- tegenstelling ... tegenstreefster
- tegenstreefster ... tegenwerping
- tegenwerping ... teint
- teint ... tekenen bij vertrek
- tekenen bij vertrek ... tekort hebben aan
- tekort hebben aan ... teler
- telescoop ... telkens en telkens weer
- telkens en telkens weer ... ten achteren zijn
- ten achteren zijn ... ten tonele brengen
- ten tonele brengen ... tenietgaan
- tenietgaan ... tenslotte
- tenslotte ... ter plaatse
- ter plaatse ... terecht
- terecht ... terechtstellingsbevel
- terechtstellingsbevel ... terneergeslagen
- terneergeslagen ... teruggetrokken
- teruggetrokken ... teruglopend
- teruglopend ... terugslag
- terugslag ... terugstoot
- terugtocht ... terugtrekking
- terugtrekking ... terugwinnen
- terugwinnen ... testament
- testament ... teunisbloem
- teunisbloem ... tewerkgesteld
- tewerkgesteld ... textuur
- textuur ... therapeutiek
- therapeutiek ... thuis-
- thuisblijvend ... tiener
- tiener ... tijdelijk
- tijdelijk ... tijding
- tijding ... tikje
- tikje ... tinnen
- tinnen ... tirannie
- tirannie ... tobben
- tobben ... tobben
- tobben ... toch
- toch ... toe te schrijven
- toe te schrijven ... toegangsbewijs
- toegangsbewijs ... toegegeven
- toegegeven ... toegeving
- toegevoegd ... toekomen
- toekomen ... toelachen
- toelachen ... toeloop
- toeloop ... toentertijd
- toentertijd ... toereikendheid
- toereikendheid ... toeschrijving
- toeschrijving ... toesteken
- toesteken ... toetakeling
- toetakeling ... toevallig vinden
- toevalligheid ... toevoegen
- toevoegen ... toezicht houden
- toezicht houden ... toezien op
- toezien op ... tolgeld
- tolgeld ... toneel
- toneel ... toneelspeelster
- toneelspeelster ... tonen
- tonen ... toorts
- toorts ... torpedo
- torpedo ... tot armoede vervallen
- tot armoede vervallen ... tot een einde komen
- tot een goed einde brengen ... tot het einde van
- tot het einde van ... tot in het oneindige
- tot in het oneindige ... tot op heden
- tot op heden ... tot op zekere hoogte
- tot op zekere hoogte ... tot rust brengen
- tot rust brengend ... tot uw dienst
- tot uw dienst ... totaal
- totaal ... toupet
- toupet ... tovenarij
- tovenarij ... traceren
- traceren ... trailer
- trainen ... tramspoor
- tramspoor ... transcriptie
- transcriptie ... transistor
- transistor ... transportatie
- transportband ... traploper
- trappen ... trede
- trede ... trekharmonika
- trekharmonika ... trektang
- trektang ... treuzelarij
- treuzelarij ... triest
- triest ... trip
- tripmadam ... troetelkind
- troetelkind ... trommelslager
- trommelslager ... tros
- tros ... trouwens
- trouwens ... tuchteloos
- tuchteloos ... tuimelen
- tuimelen ... tuinder
- tuinier ... tumulus
- tuner ... tussenkomst
- tussenlanding ... tussenruimte
- tussenruimte ... tussentijds
- tussentijds ... twee onder een kap
- twee onder een kap ... tweeslachtig
- tweeslachtig ... tweevoudig
- tweevoudig ... twintigtal
- twintigtal ... typograaf
- typograaf ... tête-à-tête