NL ES Nederlands Spaans alfabetisch woordenboek T
- T-knooppunt ... taalkunde
- taalkundig ... tachtigjarige
- tachtigjarige ... tafeltennis
- tafeltennis ... talentvol
- talentvol ... tamelijk koel
- tamelijk koel ... tanken
- tanken ... tarmac
- tarmac ... taxeren
- taxeren ... te doen hebben met
- te doen hebben met ... te hard
- te hard ... te nadrukkelijk acteren
- te omschrijven ... te optimistisch
- te optimistisch ... te veel
- te veel ... te voorschijn komend
- te voorschijn komend ... te zeer
- te zeer ... technische terminologie
- technische terminologie ... teermacadam
- teevee ... tegen de wijzers van de klok in
- tegen de wijzers van de klok in ... tegen zich aan knellen
- tegen zich aan knellen ... tegeneis
- tegeneis ... tegenkomen
- tegenligger ... tegenovergestelde kant
- tegenovergestelde kant ... tegenspeelster
- tegenspeelster ... tegenstelling
- tegenstelling ... tegenstrijd
- tegenstrijd ... tegenvoeter
- tegenvoeter ... tegenwicht
- tegenwicht ... tegenzin
- tegenzin ... tekening
- tekenleer ... telen
- telen ... televisiescherm
- televisiescherm ... telkens en telkens weer
- telkens en telkens weer ... telt na
- telt na ... ten laatste
- ten laatste ... teneur
- tenger ... tentharing
- tentharing ... ter kerke gaan
- ter plaatse ... terecht
- terecht ... terminologie
- terminologie ... terugdrijven
- teruggetrokken ... terugkomst
- terugkomst ... terugschrijven
- terugschrijven ... terugslag
- terugslag ... terugtrekking
- terugtrekking ... terugvallen
- terugvallen ... terzijde zetten
- terzijde zetten ... tevens
- tevens ... thans
- The Washington Post ... thermohardend
- thermohardend ... tic
- tic ... tijdelijk geheugenverlies
- tijdelijk werk ... tijdens het uitvoeren van
- tijdens het uitvoeren van ... tijdslimiet
- tijdslimiet ... tinnen
- tinnen ... tippelen
- tippelen ... tjap-tjoy
- tjap-tjoy ... tochtig zijn
- tochtig zijn ... tochtlatten
- tochtlatten ... toebehoren
- toebehoren aan ... toegangsbewijs
- toegangsbewijs ... toegenomen
- toegenomen ... toegewijd
- toegewijd ... toelatend
- toelating ... toeloop
- toeloop ... toepassen
- toepassen ... toeschrijving
- toeschrijving ... toestand
- toestand ... toeteren
- toeteren ... toevoegend
- toewijden ... toezicht houden op
- toezicht uitoefenen op ... tolboom
- tolboom ... tolereren
- tolereren ... tomahawk
- tomahawk ... toneelkunst
- toneelkunst ... toneelspelen
- toneelspelen ... toon-
- toon- ... top
- top ... topsport
- topsport ... tot
- tot ... tot armoede vervallen
- tot de helft reduceren ... tot eer strekken van
- tot en met ... tot kijk
- tot kijk ... tot op heden
- tot op heden ... tot rust komen
- tot rust komen ... tot vervelens toe
- tot vervelens toe ... tot walgens toe
- tot walgens toe ... totstandkoming
- totstandkoming ... toverfee
- toverfee ... trainingsschoen
- traiteur ... trakteren op
- trakteren op ... transfer
- transfer ... transportband
- transportband ... trapsgewijze
- trapsgewijze ... treffend
- treffend ... trekken door
- trekken door ... trekzaag
- trenchcoat ... tribune
- tribune ... triomflied
- triomflied ... troep
- troep ... trommel
- trommel ... troonsafstand doen
- troonsafstand doen ... trots
- trots ... truïsme
- truïsme ... tuinbroek
- tuinder ... tumultueus
- tumulus ... tussenoplossing
- tussenoplossing ... tutu
- tv ... tweedelig pak
- tweedelig pak ... tweeslachtig
- tweeslachtig ... tweevoudig
- tweevoudig ... twistziek
- two-step ... typograaf
- typografe ... tête-à-tête