NL ES Nederlands Spaans alfabetisch woordenboek K
- K.O. ... kaap
- kaap ... kaartspelen
- kaartspelen ... kaasstremsel
- kaasstremsel ... kabeltouw
- kabine ... kaften
- kaften ... kalend zijn
- kalender ... kalium
- kalium ... kalmerend middel
- kalmerend middel ... Kamer
- Kamer ... kameraadschap
- kameraadschap ... kampen
- kampen ... kandelaber
- kandelaber ... kandidaat in de exacte wetenschappen
- kandidaat in de exacte wetenschappen ... kandidate in de exacte wetenschappen
- kandidate in de exacte wetenschappen ... kankeren
- kankeren ... kanovaarster
- kanovaarster ... kantelen
- kantelen ... kantoorbeambte
- kantoorbeambte ... kantoorbenodigdheden
- kantoorbenodigdheden ... kanttekening
- kanttekening ... kapelmeester
- kapelmeester ... kapok
- kapok ... kapstok
- kapstok ... kardinaal
- kariatide ... kartel
- karteldarm ... kasregister
- kassa ... kasteelachtig
- kasteelachtig ... katapulteren
- katapulteren ... katoen
- katoen ... katoenflanel
- katoenflanel ... kattegejank
- kattegejank ... keel-
- keel- ... keg
- keg ... kelk
- kelk ... kenmerk
- kenmerk ... kennis
- kennis ... kenteken
- kenteken ... kerk
- kerk ... kerkmeester
- kerkmeester ... kernenergie
- kernenergie ... kernwapen
- kernwapen ... ketenen
- ketenen ... kettingrad
- kettingrad ... keukengerei
- keukengerei ... keurslijf
- keurslijf ... kidnapper
- kidnapper ... kien zijn
- kien zijn ... kiepauto
- kiepauto ... kijk
- kijk ... kijk
- kijk ... kilocycle
- kilocycle ... kinderachtigheid
- kinderachtigheid ... kinderrover
- kinderschoenen ... kinetica
- kinetica ... kippenhok
- kippevel ... kittelen
- kittelen ... klaarblijkelijk
- klaarblijkelijk ... klaarstaan bij de aankomst van
- klaarstaan bij de aankomst van ... kladden
- kladden ... klant
- klant ... klappen dicht
- klappen dicht ... klarinettist
- klarinettist ... klassiek
- klassiek voorbeeld ... klavier
- klavier ... kleedkamer
- kleedkamer ... kleinburgerlijk
- kleindochter ... kleiner worden
- kleiner worden ... kleineren
- kleinerend ... kleinhandelaar
- kleinhandelaar ... kleinste
- kleinste ... klemtoon
- klemtoon ... klerk
- klerk ... kleurechtheid
- kleurechtheid ... kleurspoeling
- kleurstof ... klierkoorts
- klierkoorts ... kliniek
- kliniek voor geesteszieken ... klittenband
- kloddertje ... klonteren
- klonteren ... klopwerend middel
- klopwerend middel ... knabbelen
- knabbelen ... knap
- knap ... knechtschap
- knechtschap ... knepen van het vak
- knepen van het vak ... kneukel
- kneukel ... knie
- kniebuiging ... knijptang
- knijptang ... knobbel
- knobbel ... knokel
- knokel ... knop
- knop ... knuffelen
- knuffelen ... koala
- koala ... koekoek
- koekoek ... koepel
- koepelvormig ... koet
- koet ... koffiepauze
- koffiepauze ... kokette
- koketterig ... kolonel
- koloniaal ... komen van
- komen van ... kommer
- kompas ... kompres
- kompres ... koningsblauw
- koningsblauw ... koninkrijk
- koninkrijk ... kookplaat
- kookplaat ... koolzuur
- koolzuur- ... koorddanser
- koorddanser ... koorstoel
- koorstoel ... kopen op afbetaling
- kopen op afbetaling ... kopiëren
- kopiëren ... koppelwerkwoord
- koppensnellen ... koraal
- koraaldier ... korset
- korset ... korte duur
- korte duur ... korting
- korting ... kosmologie
- kosmonaut ... kostschool
- kostschool ... koude vervormbaarheid
- kouder worden ... kraakpand
- kraakpand ... krabben
- krabben ... krachtterm
- krachtterm ... krankzinnig
- krankzinnig ... krassen
- krassen ... kregel
- kregel ... krenterig
- krenterigheid ... kribbe
- kribbig ... krijgen
- krijgen ... krijger
- krijgs- ... krijsen
- krijtachtig ... kristallen
- kristallen bol ... kroegbaas
- kroegbaas ... krommen
- krommen ... kronkel
- kronkel ... kroonslak
- kroonslak ... kruiden-
- kruiden- ... kruipen
- kruipen ... kruisboog
- kruisboog ... kruisraket
- kruisraket ... kubisme
- kubisme ... kuiltje
- kuiltje ... kundig
- kundig ... kunstenares
- kunstenares ... kunstminnaar
- kunstminnaar ... kunststoffen
- kunststoffen ... kustwachter
- kustwachter ... kwaadspreker
- kwaadspreker ... kwaken
- kwaken ... kwartier
- kwasi ... kwellen
- kwellen ... kwelling
- kwelling ... kwijtraken
- kwijtraken ... kwiteren