Nederlands Engels
knock-out knock-out
knock-out slaan knock out
Knock-outsysteem Single-elimination tournament
knoedel dumpling
knoeien defraud
knoeien aan fiddle with
knoeien met doctor
knoeier blunderer
knoeister blunderer
knoest knot
knoestig nodular
Knoet Canute
Knoet de Grote Canute the Great
Knoet I van Zweden Canute I of Sweden
Knoet II van Zweden Canute II of Sweden
Knoet IV van Denemarken Canute IV of Denmark
Knoet Lavard Canute Lavard
Knoet V van Denemarken Canute V of Denmark
Knoet VI van Denemarken Canute VI of Denmark
knoflook garlic
Knoflookpad Common Spadefoot
Knoflookpadden European Spadefoot Toad
Knoflookteentje Garlic bulb
knok bone
knokel knuckle
knokig bony
knokkel knuckle
knokken fighting
knokpartij brawl
knol tuber
Knolcyperus Cyperus esculentus
Knolduizendknoop Alpine Bistort
knolgewas tuberous plant
Knolparasolzwam Shaggy parasol
knolraap turnip
knolselderij celeriac
Knolvoet Clubroot
knolvormig bulbous
Knonau Knonau
knoop knot
knoopje nodule
knooplaars boot
knooppunt interchange
knoopsgat buttonhole
knop bud
knopen tie
Knopig helmkruid Scrophularia nodosa
Knopkruid Galinsoga
knoppenbalk toolbar
Knoppix Knoppix
Knoptaxusfamilie Cephalotaxaceae
knor grunt
knorren rumble
Knorrendorf Knorrendorf
Knorrepos Micropogonias
knorrig crotchety
knorrigheid moroseness
Knorringiet Knorringite
Knossos Knossos
knotje topknot
Knots Landing Knots Landing
Knotsorchis Traunsteinera globosa
knotten curtail