NL DA Nederlands Deens alfabetisch woordenboek S
- s ochtends ... sakkeren
- sakkeren over ... samenroeping
- samenspannen ... Saraceen
- sarcasme ... scannen
- scanner ... schadeloosstelling
- schadeloosstelling ... schateren
- schatster ... schelen
- schelen aan ... scherprechter
- scherpschutster ... schijterd
- schijterd ... schmink
- schminken ... school-
- schoolbank ... schoonvader
- schoonvader ... schouderopvulsel
- schouderriem ... schrik aanjagen
- schrikbarend ... schuimbad
- schuimen ... schuurmachine
- schuursponsje ... segment
- segment ... sensor
- sensor ... sesamkruid
- sesamzaad ... siddering
- sideraal ... single
- singleton ... slaap wel
- slaapdronken ... slagzin
- slagzin ... slecht besturen
- slecht bestuur ... slenteraar
- slenteraarster ... slinken
- slinken ... sluifje
- sluik ... smalend
- smalend ... smoren
- SMS ... snelheidsmaniak
- snelheidsmaniak ... snorken
- snorkend ... sodawater
- Sodom ... solvent
- somber ... souvenirs
- souvenirs ... spatie
- spatie ... speelruimte
- speelruimte ... spieken bij
- spier ... spion
- spion ... sponskomkommer
- sponskomkommer ... sportschoen
- sporttrui ... springveer
- springvloed ... staan of vallen met
- staande houden ... stadsplan
- stadspoort ... stampvol
- stamtijden ... station
- stationair lopen ... steeplechase
- steil ... stemmen tegen
- stemmen voor ... sterfgeval
- sterfte ... steuner
- steunpunt ... stijfslaan
- stijfslaan ... stinkende zilverkaars
- stinker ... stokvis
- stokvis ... stommerd
- stommerik ... storten
- storten ... strakheid
- strakheid ... strenge vrouw
- streptokok ... stripteasenummer
- stripteaseuse ... stroopbal
- stroopbal ... stug
- stuifmeel ... stuwadoor
- stuwdam ... succesvol
- succulentie ... sultanaat
- Sultanaat van Brunei ... syfilitisch
- syllabisch ... Szczecin