NL CS Nederlands Tsjechisch alfabetisch woordenboek D
- daad ... dakspaan
- dakvenster ... dapper zijn
- dapperheid ... de deur wijzen
- de deur wijzen ... de neiging hebben te
- de nek omdraaien ... de zaak zijn van
- de zaak zijn van ... deel
- deel ... dehumaniseren
- dehumaniseren ... demilitariseren
- demobilisatie ... denkwijze
- dentine ... derivatie
- derivatie ... deuce
- deuce ... dichtdraaien
- dichten ... diep uit
- diep verankerd ... dik maken
- dik worden ... discount
- discount ... diversificatie
- diversifiëren ... doelbewust
- doelbewust ... doen vermageren
- doen vermageren ... dominosteen
- domkop ... door elkaar schudden
- door en door ... doorgronden
- doorhangend ... doorzakken
- doorzetten ... draaft af
- draag uit ... dramatoloog
- dramaturg ... drie
- drie vierde ... droegen uit
- drogbeeld ... droppelden uit
- droppelen uit ... drukteschopster
- drukteschopster ... duidden aan
- duidden aan ... dun
- dun ... dwepen met
- dwepen met ... décolleté